Het eerste Stoffenpraatblog en daarmee ook mijn eerste blog, ergens vind ik het toch best spannend, dus wees lief voor me ;). Bij ons werk bij de Stoffenkraam krijgen wij vaak vragen over naaiideetjes en tips voor bepaalde stoffen. Daaruit is het idee voor dit blog ontstaan.
Wie ben ik
Jullie zijn hier natuurlijk om te lezen over naaien, maar ik zal heel kort even iets over mijzelf vertellen.
Mijn naam is Yolanda van den Herik, ik ben getrouwd en heb 3 jong volwassen kinderen. Ik heb een modeopleiding gedaan, richting realisatie. Sinds 2005 heb ik mijn eigen atelier, Atelier Yanda in Sliedrecht. Hier geef ik workshops met glas, zilver en vilt. Daarnaast werk ik met veel plezier bij De Stoffenkraam. Ik vind het heerlijk om creatief bezig te zijn en ben altijd bezig met het combineren van kleuren en materialen om mooie dingen te creeëren. Dit enthousiasme hoop ik in dit blog met jullie te delen. Veel leesplezier!
Rekbare stof
Veel mensen hebben de angst om met rekbare stoffen aan de slag te gaan of denken dat dit alleen met een lockmachine kan. Niets is minder waar! Zelf heb ik een lockmachine, maar naai ik tricot kleding toch vaak met de naaimachine. Natuurlijk, de stof rekt snel, maar als je eenmaal weet hoe je ermee om moet gaan en de slag te pakken hebt, dan zal je verslaafd worden aan alle leuke tricot stofjes. Gewoon doen dus!
Tussendoor truitje
Ik maakte voor mijn dochter de Rumer Top uit de ‘La Maison Victor’ editie 2 2018 in maat 36. Eigenlijk is dit een bloesjes patroon met een rits, maar voor de variatie heb ik er een tussendoor truitje van gemaakt, zonder rits en met een joggingstofje. Verder volg ik gewoon de werkinstructie uit de LMV. Mijn keuze ging uit naar een effen stof, maar uiteraard kun je variëren met alle leuke printjes en kleuren die je maar kunt bedenken.
Voor je begint
Om te beginnen zet je de juiste naald in de machine, dit is zeer belangrijk. Zonder de juiste naald zal je met een rekbare stof geen mooie resultaten krijgen. Gebruik een Jersey of een stretch naald, zowel bij tricot/jogging als bij andere rekbare stoffen!
Proeflapje maken
Je kunt werken met hetzelfde machinegaren als bij andere stoffen, hierbij kun je echter niet met de normale rechte stiksteek stikken. Op de meeste machines zitten speciale stretchsteken die ervoor zorgen dat de naad rekbaar blijft. Gebruik je een gewone rechte steek dan breekt de draad als je de stof oprekt en raak je de beste eigenschap van de stof, de rekbaarheid, kwijt. Zit er geen stretchsteek op je machine, geen paniek, dan kun je ook een ‘flauwe’ zigzagsteek gebruiken. Om de juiste steek te vinden maak je eerst een proeflapje.
Naadband
Het voordeel van tricot en jogging stof is dat je het niet hoeft af te werken, het rafelt namelijk niet. Pas alleen wel op, want het nadeel aan rekbare stof is dat je naden uitrekken als je teveel trekt aan de stof tijdens het naaien. Om het uittrekken tegen te gaan gebruik ik vlieseline naadband. Als je de patroondelen hebt uitgeknipt gebruik je dit altijd op de schoudernaden bij rekbare stoffen!
Je strijkt het naadband in het midden van je stiklijn, als je een centimeter naad hebt aangeknipt dan strijk je het naadband op 0,5 cm vanaf de schouder, zodat je op een cm kunt stikken. Na deze voorbereidingen kun je eindelijk aan de slag! Net als bij andere stoffen kun je ook bij tricot en jogging stoffen de naden openstrijken, dit zorgt voor een mooier resultaat. Daarom kies ik meestal om op de naaimachine te werken. Zo kun je alle patroondelen netjes aan elkaar naaien!
Paspelband
Een handige manier om de hals af te werken is met rekbaar paspelband. Meet je halslijn op en trek hier 10% vanaf en tel daar 2 cm bij op, dit is voor de naad. Hieruit krijg je de afmetingen voor de lengte paspelband die je nodig hebt. Bij mij is dit: De halslijn is 50 cm, hier haal ik 10% (5 cm) vanaf, dit is 45 cm. Hier tel ik 2 cm bij op. Ik heb dus 47 cm paspelband nodig.
Hals afwerking
Verdeel de halslijn in vier gelijke delen en plaats tussen elk deel een speld. Bij het paspelband doe ik dit ook, de eerste en de laatste speld staan hierbij op 1 cm vanaf de naad (uiteinden). Speld nu het paspelband met de kant die je zichtbaar wilt (mat of glanzend) op de goede kant van de stof, hierbij spelt je de eerste cm schuin richting de halsnaad.
Ritsvoetje
Zet je naald zo dicht mogelijk langs de paspelrand en begin met stikken, dit kan gewoon met de rechte steek. Gebruik hiervoor een ritsvoetje, hiermee kan je dicht op de rand stikken. Hou de spelden, van het paspelband en de hals, die bij elkaar horen bij elkaar. Het band ligt nu dus uitgerekt op de halsrand met de laatste cm schuin weggespeld richting de halslijn, stik het vast en stik het andere uiteinde schuin over het begin (zie foto). Je kunt het paspelband naar binnen slaan en plat op de halslijn doorstikken met een rekbare siersteek of met een zigzag steek. Hierna pers je de hals mooi glad met een strijkijzer.
 | "Gaat er een keer iets fout, geen paniek, houd een tornmesje bij de hand,, |
Zelf heb ik er voor gekozen om bij de mouwen ook paspelband te verwerken. Dit ging alleen even fout, mijn dochter wilde namelijk de matte kant zichtbaar en ik gebruikte per ongeluk de andere kant. Gaat er een keer iets fout, geen paniek, ook dit is altijd weer op te lossen. Ik heb het paspelband hier weer los gehaalt en ben opnieuw begonnen. Denk dus altijd goed na hoe je het paspelband tussen de patroondelen uit stikt en houd een tornmesje bij de hand!
Het eindresultaat
 |  |
Mocht je nu nog vragen hebben of is er iets niet duidelijk? Voel je vrij om hieronder een berichtje te plaatsen. Met deze tips kun je eindeloos experimenteren en variëren, heel veel succes en natuurlijk veel naaiplezier!
Groetjes,
Yolanda van De Stoffenkraam
